-
1 een heidens karwei
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een heidens karwei
-
2 heksentoer
-
3 een hels karwei
een hels karweia/the devil of a jobVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hels karwei
-
4 heidens
-
5 hels
-
6 het is een heksentoer hem te spreken te krijgen
het is een heksentoer hem te spreken te krijgenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is een heksentoer hem te spreken te krijgen
-
7 karwei
♦voorbeelden:een makkelijk karwei(tje) • a snap, a cinchdat is net een karweitje voor jou • that's just the job for youeen heidens karwei • a devil/hell of a job -
8 duivelswerk
2 [werk (als) van de duivel] devilish/diabolical work ⇒ devil's work -
9 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily
См. также в других словарях:
(a) devil of a job — a ˈdevil of a job/time idiom (old fashioned) a very difficult or unpleasant job or time • I ve had a devil of a job finding you. Main entry: ↑devilidiom … Useful english dictionary
have the devil's own job doing something — have the devil s own job (doing something/to do something) old fashioned to spend a long time trying to do something difficult. I had the devil s own job to find a parking space near here … New idioms dictionary
have the devil's own job to do something — have the devil s own job (doing something/to do something) old fashioned to spend a long time trying to do something difficult. I had the devil s own job to find a parking space near here … New idioms dictionary
have the devil's own job — (doing something/to do something) old fashioned to spend a long time trying to do something difficult. I had the devil s own job to find a parking space near here … New idioms dictionary
devil — [[t]de̱v(ə)l[/t]] devils 1) N PROPER: the N In Judaism, Christianity, and Islam, the Devil is the most powerful evil spirit. Syn: Satan 2) N COUNT A devil is an evil spirit. ...the idea of angels with wings and devils with horns and hoofs. Syn:… … English dictionary
devil — dev|il [ˈdevəl] n [: Old English; Origin: deofol, from Greek diabolos] 1.) the devil also the Devil the most powerful evil ↑spirit in some religions, especially in Christianity = ↑Satan 2.) an evil ↑ … Dictionary of contemporary English
devil — noun 1 EVIL a) the Devil the most powerful evil spirit in Christianity; Satan b) (C) any evil spirit: The villagers believed a devil had taken control of his body. 2 PERSON (C) informal someone who behaves very badly, especially a child: Tommy s… … Longman dictionary of contemporary English
devil — n. & v. n. 1 (usu. the Devil) (in Christian and Jewish belief) the supreme spirit of evil; Satan. 2 a an evil spirit; a demon; a superhuman malignant being. b a personified evil force or attribute. 3 a a wicked or cruel person. b a mischievously… … Useful english dictionary
Devil — n. & v. n. 1 (usu. the Devil) (in Christian and Jewish belief) the supreme spirit of evil; Satan. 2 a an evil spirit; a demon; a superhuman malignant being. b a personified evil force or attribute. 3 a a wicked or cruel person. b a mischievously… … Useful english dictionary
job — I. /dʒɒb / (say job) noun 1. a piece of work; an individual piece of work done in the routine of one s occupation or trade. 2. a piece of work of defined character undertaken for a fixed price. 3. the unit or material being worked upon. 4. the… …
devil's own, the — An extremely difficult thing. ♣ It ll be the devil s own job to persuade him … A concise dictionary of English slang